HET BEGIN VAN DE NEDERLANDSE tAK

Maria van Everdingen, 1979

In 1938 in Wenen was een groep jongeren bezig kinderkleren in te zamelen en te herstellen om die naar de Service Civil International te sturen, waarvan een klein team bezig was kinderen en slachtoffer van de Spaanse burgeroorlog naar veiliger oorden te brengen en te verzorgen (zie: "nicht in Spaniën hat's begonnen van Rudi Oligati). Dat was mijn eerste contact met de Service Civil International.

Terug in Nederland kreeg ik van de Internationale Sekretaris, toen te Bern, een lijst van Nederlandse vrijwilligers, die in internationale werkkampen van de SCI gewerkt hadden. Er bleek geen onderling contact te bestaan. Zo midden in een Europa vol spanningen leek me dit laatste erg gewenst en dus probeerde ik allen persoonlijk op te zoeken en te vragen of zij bereid waren een Nederlandse tak te steunen. Wat een plezier avontuur was dat! De meesten hadden ondertussen al een verantwoordelijke taak als dokter, dominee, onderwijs, ect.. maar enthousiasme was er genoeg! Ook wel sceptisch hier en daar: wij individualisten?! Vanuit Zwitserland werd gemaand niet te hard van stapel te lopen. Eerst de grond bewerkt, dan de fundamenten gelegd.....en maar eens een werkkamp op poten gezet.

Intussen bleek er nog iemand met het idee van een Nederlandse tak rond te lopen: Nico de Graan. Samen met hem werd de eerste dienst voorbereid. De oorlog was intussen Nederland binnen gedrongen, we waren bezet gebied. Nog juist op tijd met de laatste boot in November '39 was ik uit Engeland teruggekeerd waar ik drie maanden in een Engels werkkamp van de Britse tak van SCi gewerkt had. Aangezien de Duitsers ogenschijnlijk nog niet zo ver gingen in het controleren van Nederlandse activiteiten gingen we rustig door en werd de eerste dienst: het eerste Nederlandse werkkamp in de zomer van 1941 gehouden in Bilthoven: reparatiewerkzaamheden aan de "werkplaats' van de Kindergemeenschap, de school van Cees Boeke. Het merkwaardige feit deed zich voor dat, juist Bilthoven de bakermat van de SCI genoemd mag worden, want daar was het dan en Cees Boeke én Pierre Ceresole samen de gedachte aan zo'n internationale alternatieve dienst bespraken, op de eerste conferentie van de International Fellowship of Reconciliation in 1919!

werkkamp.jpg

Wij sliepen en kookten in de school en kregen groente uit de schooltuin, waarin ook door een ploeg vrijwilligers gewerkt werd. Deelnemers hadden we voor een groot deel betrokken uit de NBAS (geheelonthoudersbond), verder dienstweigeraars en vredesvrienden. Internationaal waren we in zoverre, dat enkele buitenlandse medewerkers van de school inleidingen hielden en dat hun idealisme, waarvoor de indertijd o.a. uit Duitsland hadden moeten vluchten, spanning en diepte gaf aan de gezamenlijke gesprekken.

Het lukte helaas niet meer, tijdens de oorlog bijeen te komen. Maar vlak na de bevrijding ging de mare rond dat de Britse IVSP (SCI) met een truck achter het oprollend front aangereden was en in Bilthoven geland was, door Cees Boeke ontdekt. Met alle soorten voertuigen liftten we naar Bilthoven voor een juichend weerzien. De Engelse en Schotse vrijwilligers leerden ons met hun humor en vindingrijkheid over onze aanvankelijke moedeloosheid van...'Waar beginnen"...heen te stappen. Zo is mij altijd bijgebleven, dat onder een wandeling door het bos, waar we de mogelijkheid met huizen schoonmaken te beginnen bespraken, en wij .."maar we hebben geen dweilen".. een Schotse vrijwilliger antwoordde: "You have not? And what have I here". Hij had onder het lopen aan een stok alle mogelijke vodden opgeprikt.

En zo begonnen we onze tweede dienst, de eerste als officiële tak van de SCI in Nederland. Namelijk in Zetten in de Heldringstichting, waar erg veel vernield was. We werden voorzien van gereedschap door de Switzer Spende en de Zwitserse tak van de SCI.

Deze had ik voor dit doel in October 1945 bezocht en van wie we veel instructies meekregen. Pierre Ceresole was toen zeer veel ziek, ik heb hem niet opgezocht, maar weet dat het nieuws uit Holland hem zeer verheugde.